FAQ
Vraag en antwoord op de meest gestelde vragen
Wist u dat …
- de Arbowet een periodieke keuring van arbeidsmiddelen (gereedschap, machines en PBM’s) voorschrijft om te voldoen aan de zorgplicht!
- niet-keuren beboetbaar is.
- een keuring de levensduur van uw arbeidsmiddelen verlengt…
- … en daarmee ook ongelukken voorkomt, wat zorgt voor meer veiligheid voor uw medewerkers en verzuim of erger verlaagt;
- steeds meer verzekeraars niet uitkeren bij een ongeluk met een ongekeurde machine, gereedschap of PBM.
- een keurmeester aantoonbaar bekwaam moet zijn.
U wilt geen onnodige risico’s lopen ten aanzien van de veiligheid van uzelf, uw medewerkers en derden. Ook voorkomt u liever problemen met uw verzekering of de Inspectie SZW. ToolSafety voorziet in al vrijwel alle wettelijk verplichte keuringen en geeft graag advies over hoe u de veiligheid voor uw medewerkers kan vergroten.
WETGEVING & RICHTLIJNEN - ALGEMEEN
Wat nu precies onder een arbeidsmiddel moet worden verstaan is in de Arbo-wet niet terug te vinden. Daarvoor moet het Arbo-besluit erop nageslagen worden.
Hierin valt onder andere te lezen dat dit onder arbeidsmiddelen kan worden verstaan alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen. Deze middelen kunnen zelfs door normaal gebruik aan slijtage onderhevig zijn, die vroeg of laat tot gevaarlijke situaties aanleiding kunnen geven. Om dat risico zoveel mogelijk te verkleinen zijn werkgevers op grond van artikel 7.4a lid 3 van het Arbo-besluit gehouden die arbeidsmiddelen te keuren.
Volgens de Arbowet moet u als werkgever een aantal zaken geregeld hebben. Als deze wettelijk verplichte zaken niet goed geregeld zijn kan dit grote gevolgen hebben voor uw bedrijfsvoering. Zo lopen werknemers mogelijk veiligheids- en gezondheidsrisico’s en is er meer kans op ziekteverzuim. Verzuim verhoogt uw bedrijfskosten en zet de productiviteit onder druk. Bovendien loopt u bij controles het risico op boetes of op het stilleggen van uw bedrijf. Verder kan de werkgever aansprakelijk worden gesteld in geval van ongevallen. Een overzicht van de verplichtingen:
- Beschikken over een Risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E) en Plan van aanpak.
- Beschikken over een ongevallenregistratie.
- Bijstand door één of meerdere gecertificeerde deskundigen op het gebied van preventie en bescherming.
- Voeren van een ziekteverzuimbeleid.
- Beschikken over bedrijfshulpverlening.
- Beschikken over preventiemedewerker(s).
- Betrokkenheid van werknemers bij arbobeleid.
- Verzorgen voorlichting, onderricht en toezicht rondom veilig en gezond werken.
Het begrip arbeidsmiddel is zeer breed. Onder elektrische arbeidsmiddelen kan onder andere worden verstaan: boormachines, koffiezetapparaten, koelkasten, haakse slijpers, verlengsnoeren, stofzuigers, magnetrons, haarföhns, tafelcontactdozen, soldeerbouten, laders van accuboormachines, haspels, verlengkabels, zaagmachines en ovens.
Populair gezegd: Alles waar een stekker aan zit. Zowel 230 volt als 400 volt.
Zie ook: Valt accugereedschap ook onder elektrisch gereedschap?
Als het gaat om veiligheid wordt er vaak verwezen naar NEN normen. NEN is echter geen wetgeving. Is men dan wel verplicht om zich hieraan te houden?
Wanneer echter wordt gekeken naar de bepalingen in het Arbo-besluit (artikel 7.4a lid 3) wordt onder arbeidsmiddelen verstaan alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen. Deze middelen kunnen zelfs door normaal gebruik aan slijtage onderhevig zijn welke vroeg of laat tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Om dat risico zover mogelijk te verkleinen zijn werkgevers op grond van dit artikel gehouden die arbeidsmiddelen te keuren. Dat betekent dus ook dat accugereedschap periodiek moet worden gekeurd.
Er zijn normen waarin wordt
In het Arbobesluit artikel 7.4 a lid 5 is opgenomen dat keuringen worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. Daarbij wordt verondersteld dat diegene die de keuring uitvoert voldoende onderricht is en bekend is met de machines die hij/zij mag keuren.
Theoretisch is het dan ook toegestaan dat een bedrijf zelf de arbeidsmiddelen zoals gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen keurt mits daarbij rekening wordt gehouden met de volgende zaken:
- De aangewezen persoon wordt door de werkgever schriftelijk aangewezen als keurmeester;
- De aangewezen persoon heeft de benodigde technische kennis en/of certificaten;
- De aangewezen persoon voert de keuring uit volgens de algemeen geaccepteerde normen (bijv. meting aarding, isolatie en lekstroom met de elektrische apparatentester);
- Er dient een registratie van de arbeidsmiddelen te worden bijgehouden;
- De uitgevoerde inspecties moeten aantoonbaar zijn middels inspectie/keuringsrapporten;
- Door middel van stickers en/of andere aanduiding moet het voor gebruikers duidelijk zijn dat de arbeidsmiddelen veilig zijn.
De Inspectie SZW controleert of werkgevers en werknemers zich aan de regels houden voor gezond, veilig en eerlijk werk.
Taken Inspectie SZW
De Inspectie SZW controleert of werkgevers en werknemers zich houden aan de wetten en besluiten op het gebied van arbeid. De Inspectie SZW richt zich bij haar inspecties vooral op de volgende soorten misstanden:
- hoge risico’s voor de veiligheid of gezondheid van werknemers;
- te lange werktijden en/of te korte rusttijden;
- betaling onder het minimumloon;
- illegale werknemers laten werken (arbeidsmarktfraude);
- geen of lage naleving van de wetgeving in het algemeen.
Met name het eerste en laatste punt zijn relevant voor machineveiligheid en het keuren van arbeidsmiddelen.
Het korte antwoord is ja. Ook werknemers moeten zich houden aan de bepalingen in het arbo-besluit. Zo worden ze onder meer geacht:
- Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken*
- De op de arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen niet te veranderen, niet weg te halen en op de juiste wijze te gebruiken**
- De door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op een juiste manier te gebruiken en op de daarvoor bestemde plaats op te bergen
- Mee te werken aan de voor hen georganiseerde instructie.
- De werkgever in te lichten over opgemerkte gevaren voor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf.
- De werkgever en andere deskundige personen (denk aan de preventiemedewerker, BHV’er, arbodienstverlener maar ook keurmeester) zo nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen***
*Tijdens de keuring wordt er gecontroleerd op aanwezige instructies en handleidingen
**Tijdens de keuring wordt de correcte werking van de beveiligingen van apparaten gecontroleerd
***Werknemers dienen ruimte en ondersteuning te bieden aan de keurmeester voor het kunnen uitvoeren van de keuring.
De termen ‘keuring’, ‘inspectie’ en ‘controle’ worden vaak door mekaar gebruikt maar zijn niet hetzelfde.
In de Arbocatalogus worden deze als volgt benoemd:
- Keuring: wettelijk verplicht volgens de verzekerings- of NEN-normen. Na afloop van een keuring ontvang je een keuringsprotocol en rapportage/goedkeursticker.het onderzoeken en eventueel (her)beproeven van arbeidsmiddelen. Bij een keuring wordt een waardeoordeel uitgesproken over de bruikbaarheid van het middel tot het moment waarop de volgende keuring plaatsvindt.
- Inspectie: meestal uitgevoerd in combinatie met een preventieve onderhoudsbeurt aan de hand van een checklist. Dit is niet wettelijk verplicht, maar helpt wel om storingen en stilstand van machines en installaties te voorkomen. het onderzoeken van het arbeidsmiddel. De inspectie wordt door een deskundige uitgevoerd, om zeker te stellen of het middel veilig gebruikt kan worden. De inspecteur weet wat de afkeurnormen zijn van het betreffende arbeidsmiddel zijn . De bevindingen van deze inspectie worden vastgelegd.
- Controle: de beoordeling of het in te zetten arbeidsmiddel geschikt is om veilig te gebruiken. De controle hoeft niet vastgelegd te worden, maar is er sprake van een gevaarlijke situatie, dan is het wél verplicht om dat te melden. Een (eenvoudige) controle dient ook door uw eigen medewerkers uitgevoerd worden vooraf aan gebruik van een arbeidsmiddel.
Het grootste verschil tussen de keuring en de inspectie zit hem in het waardeoordeel over de bruikbaarheid en in het niveau van deskundigheid. Een keurmeester heeft doorgaans meer kennis van het te keuren middel dan een inspecteur. Hij beschikt in het algemeen over fabrieksspecificaties van het te keuren middel. Belangrijk is hier ook dat de keurder onafhankelijk is van de eigenaar van het te keuren middel.
De Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling bepalen voor werkgevers en werknemers wat de rechten en plichten zijn op het terrein van veilig en gezond werken. Dit geldt ook voor zelfstandigen en vrijwilligers.
Ook opdrachtgevers, ontwerpende partijen en uitvoerende partijen hebben een verantwoordelijkheid om te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Zij moeten goede randvoorwaarden creëren om gezond en veilig te kunnen werken.
Voor de normbedragen en precieze berekening van de hoogte van een eventuele boete verwijzen we naar de website van Inspectie SZW
Keuringen mogen in de regel ook door u als bedrijf zelf worden uitgevoerd mits dit gebeurt door voldoende onderrichte personen (met bewijs van onderricht/opleiding) en mits u dit administratief zeer goed administreert. Hoewel dit een financieel gunstige optie lijkt dient u er rekening mee te houden dat de eigen medewerkers tijdig worden bijgeschoold en dat de administratie goed wordt bijgehouden. Continuïteit daarbij is erg belangrijk. In de regel brengt het zelf keuren van uw arbeidsmiddelen hogere kosten met zich mee en is dit veel arbeidsintensiever dan het inplannen van een extern keuringsbedrijf.
Indien u als bedrijf ISO- en-/of VCA gecertificeerd bent dient u de keuringen te allen tijde door een onafhankelijke externe partij te laten verzorgen. Ook worden externe keuringen steeds vaker ge-eist door verzekeraars.
ToolSafety voorziet zowel in vrijwel al uw keuringen en biedt uw keuringsrapporten aan in een ISO gecertificeerd digitaal platform met automatische herinnering voor herkeuring, hetgeen u veel administratief werk bespaart.
Het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een folder uitgebracht om alle verplichtingen van de ZZP-er in het kader van de Arbowet te verduidelijken. Conclusie: De ZZP-er dient te werken met gekeurd materieel.
Over arbeidsmiddelen wordt het volgende geschreven:
“Als u werkt met machines is er het risico dat handen of andere lichaamsdelen door de machine ‘geraakt’ worden. Dit kan ernstige verwondingen tot gevolg hebben. Daarom moeten machines veilig zijn. Ook moet u er zo veilig mogelijk mee werken. Dit betekent onder andere dat:
- bewegende delen van machines afgeschermd en beveiligd moeten zijn;
- machines stabiel opgesteld moeten zijn;
- u machines gebruikt waar ze voor bedoeld zijn;
- onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden alleen uitgevoerd mogen worden als de machine is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt;
- de machines gekeurd worden;
- samengestelde machines voorzien moeten zijn van een gemeenschappelijke noodstopvoorziening.”
Voor het volledige rapport klik HIER.
Verder wordt meestal in de polisvoorwaarden van uw arbeidsongeschiktheidsverzekering verwezen naar het tijdig keuren van uw materieel.
Het niet keuren van uw arbeidsmiddelen betekent onnodige en onverantwoorde risico’s voor u en uw medewerkers. Om veiligheid voor uw medewerkers te kunnen blijven garanderen en ervoor te zorgen dat uw gereedschap of PBM niet onverwachts uitvallen zijn periodieke keuringen dus niet alleen een wettelijke verplichting maar vooral een noodzaak.
Hoewel dat de belangrijkste drijfveer is, heeft het niet keuren van gereedschap ook nog ander gevolgen.
- Niet tijdig keuren is beboetbaar. Er geldt een normbedrag van € 900,- per machine, werktuig , gereedschap of apparaat;
- Verzekeringsmaatschappijen kunnen het ontbreken van een keuring aangrijpen om aansprakelijkheid af te wijzen;
- Tot slot kan het ook gevolgen hebben voor uw andere certificeringen en de daarbij behorende privileges. Zo stelt uw kwaliteitsmanagementsysteem of VCA certificering mogelijk ook eisen waaronder de periodieke keuring van uw gereedschap. Daarnaast vereisen bepaalde projecten of aanbestedingsprocedures een kwaliteitsamanagementsysteem of VCA certificering voor deelname, en daarmee dus ook gekeurd gereedschap.
Het Arbo-besluit laat zich niet uit over de vraag hoe vaak een keuring moet plaatsvinden. Het antwoord op die vraag is terug te vinden in de diverse normen. “In de VCA is bijvoorbeeld vastgelegd dat arbeidsmiddelen minimaal eens per jaar moeten worden gekeurd. En voor elektrische apparatuur is zelfs een speciale formule ontwikkeld om de keuringsfrequentie vast te stellen. Deze is terug te vinden in bijlage T van de NEN 3140. Daar de NEN 3140 in de Arbo-wet wordt genoemd, heeft deze norm een wettelijke status.
In de regel wordt geadviseerd om alle arbeidsmiddelen minimaal jaarlijks (of vaker) te laten keuren. Daardoor voorkomt u niet alleen onnodig risico’s maar heeft u de mogelijkheid om al uw arbeidsmiddelen tegelijk te laten keuren.
Zowel de Arbeidsomstandighedenwet, VCA en de NEN 3140 vereisen dat van het keuringsproces een sluitende aantoonbare administratie wordt bijgehouden. Dit betekent in de praktijk dat zowel nieuw en bestaand materieel geïdentificeerd dient te worden door middel van een uniek identificatienummer. Dit nummer – wat overigens een doornummering mag zijn – dient onuitwisbaar aangebracht te zijn. Methoden welke hiervoor kunnen worden toegepast zijn:
- Graveren;
- Aluminium labels welke gegraveerd zijn of voorzien zijn van slagletters;
- Barcodes;
- Chip.
Aangezien enkel met graveren de garantie kan worden gegeven dat de gegevens vrijwel onuitwisbaar zijn, geniet dat de voorkeur. Indien correct toegepast op de juiste plek op de behuizing vormt gravering geen bijkomend risico voor de gebruiker.
Het gebruik van barcodes en RFID-stickers zijn in opkomst maar bieden niet dezelfde garantie en zijn in de regel ook duurder.
De voorbije jaren is de beschikbaarheid van accugereedschap steeds groter geworden. Inmiddels is van vrijwel elk type elektrisch (hand) gereedschap een versie met accu beschikbaar en doet het elektrische vermogen en bijbehorende risico’s niet onder voor de varianten met snoer.
Om te bepalen welke arbeidsmiddelen NEN 3140 gekeurd dienen te zijn gebruikt men vaak de vuistregel dat ‘alles met een stekker’ dient te worden gekeurd. Volgens die redenatie is het keuren van accugereedschap niet noodzakelijk.
Wanneer echter wordt gekeken naar de bepalingen in het Arbo-besluit (artikel 7.4a lid 3) worden alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen aangemerkt als arbeidsmiddel. Deze middelen kunnen zelfs door normaal gebruik aan slijtage onderhevig zijn wat vroeg of laat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Op grond van dit artikel zijn werkgevers gehouden ook arbeidsmiddelen met accu te keuren.
Dat elektrische arbeidsmiddelen moeten worden gekeurd volgens de norm NEN 3140 is over het algemeen bekend. Ook lasapparatuur valt onder deze keuringsplicht en moet op regelmatige basis worden gekeurd.
Op het moment dat een organisatie stalen constructies gaat ontwikkelen onder CE dan moet de organisatie voldoen aan de EN 1090. In deze norm worden eisen gesteld aan lasapparatuur. Deze moeten gevalideerd worden (op kwaliteit beoordeeld) en periodiek worden gekeurd volgens de NEN-EN-IEC 60974-4. In deze norm is de visuele inspectie en zijn de metingen inclusief de grenswaarden vastgelegd.
ToolSafety keurt lasapparatuur volgens de norm NEN3140. Dient uw lasapparatuur ook volgens NEN-EN-IEC 60974-4 gekeurd te zijn dan verzoeken wij u te wenden tot uw leverancier van lasapparatuur.
Ook uw stelling of systeemvloer is keuringsplichtig!
Voor sommige arbeidsmiddelen geldt naast een onderhoudsplicht ook een aanvullende keuringsverplichting. Dit is het geval voor wanneer:
– als de veiligheid afhangt van de manier van installeren (keuring na installatie)
– als gebruik of invloeden van buitenaf leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering (periodieke keuring)
Keuring na installatie
De keuring na installeren moet plaatsvinden voordat het arbeidsmiddel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen (art. 7.4a, eerste lid) en moet worden herhaald (art. 7.4a, tweede lid) als het arbeidsmiddel is gedemonteerd en/of op een andere plaats wordt geïnstalleerd. Bij de keuring wordt beoordeeld of het arbeidsmiddel op de goede manier is geïnstalleerd en of het veilig en goed functioneert in de arbeidssituatie.
Periodieke keuring
De keuring (art. 7.4a, derde lid) voor tijdige opsporing van slijtage, veroudering of verslechtering moet periodiek plaats te vinden. Met zo’n terugkerende keuring en de eventuele beproevingstest kan tevens worden nagegaan of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, zodat gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden. Deze keuringen dienen te worden uitgevoerd conform de geharmoniseerde Europese norm EN15635 .
Elektrische arbeidsmiddelen
Het begrip arbeidsmiddel is zeer breed. Onder elektrische arbeidsmiddelen kan onder andere worden verstaan: boormachines, koffiezetapparaten, koelkasten, haakse slijpers, verlengsnoeren, stofzuigers, magnetrons, haarföhns, tafelcontactdozen, soldeerbouten, laders van accuboormachines, haspels, verlengkabels, zaagmachines en ovens.
Populair gezegd: Alles waar een stekker aan zit. Zowel 230 volt als 400 volt.
Zie ook: Valt accugereedschap ook onder elektrisch gereedschap?
Het Arbo-besluit laat zich niet uit over de vraag hoe vaak een keuring moet plaatsvinden. Het antwoord op die vraag is terug te vinden in de diverse normen. “In de VCA is bijvoorbeeld vastgelegd dat arbeidsmiddelen minimaal eens per jaar moeten worden gekeurd. En voor elektrische apparatuur is zelfs een speciale formule ontwikkeld om de keuringsfrequentie vast te stellen. Deze is terug te vinden in bijlage T van de NEN 3140. Daar de NEN 3140 in de Arbo-wet wordt genoemd, heeft deze norm een wettelijke status.
In de norm is een rekenmodel opgenomen die op basis van verscheidene factoren (o.a. omgeving van gebruik / aantal gebruikers / frequentie van gebruik etc.) de interval laat berekenen.
In de regel wordt geadviseerd om alle arbeidsmiddelen minimaal jaarlijks (of vaker) te laten keuren. Daardoor voorkomt u niet alleen onnodig risico’s maar heeft u de mogelijkheid om al uw arbeidsmiddelen tegelijk te laten keuren waardoor er geen getrapte keuring plaats hoeft te vinden.
Zowel de Arbeidsomstandighedenwet, VCA en de NEN 3140 vereisen dat van het keuringsproces een sluitende aantoonbare administratie wordt bijgehouden. Dit betekent in de praktijk dat zowel nieuw en bestaand materieel geïdentificeerd dient te worden door middel van een uniek identificatienummer. Dit nummer – wat overigens een doornummering mag zijn – dient onuitwisbaar aangebracht te zijn. Methoden welke hiervoor kunnen worden toegepast zijn:
- Graveren;
- Aluminium labels welke gegraveerd zijn of voorzien zijn van slagletters;
- Barcodes;
- Chip.
Aangezien enkel met graveren de garantie kan worden gegeven dat de gegevens vrijwel onuitwisbaar zijn, geniet dat de voorkeur. Indien correct toegepast op de juiste plek op de behuizing vormt gravering geen bijkomend risico voor de gebruiker.
Het gebruik van barcodes en RFID-stickers zijn in opkomst maar bieden niet dezelfde garantie en zijn in de regel ook duurder.
De voorbije jaren is de beschikbaarheid van accugereedschap steeds groter geworden. Inmiddels is van vrijwel elk type elektrisch (hand) gereedschap een versie met accu beschikbaar en doet het elektrische vermogen en bijbehorende risico’s niet onder voor de varianten met snoer.
Om te bepalen welke arbeidsmiddelen NEN 3140 gekeurd dienen te zijn gebruikt men vaak de vuistregel dat ‘alles met een stekker’ dient te worden gekeurd. Volgens die redenatie is het keuren van accugereedschap niet noodzakelijk.
Wanneer echter wordt gekeken naar de bepalingen in het Arbo-besluit (artikel 7.4a lid 3) worden alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen aangemerkt als arbeidsmiddel. Deze middelen kunnen zelfs door normaal gebruik aan slijtage onderhevig zijn wat vroeg of laat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Op grond van dit artikel zijn werkgevers gehouden ook arbeidsmiddelen met accu te keuren.
Dat elektrische arbeidsmiddelen moeten worden gekeurd volgens de norm NEN 3140 is over het algemeen bekend. Ook lasapparatuur valt onder deze keuringsplicht en moet op regelmatige basis worden gekeurd.
Op het moment dat een organisatie stalen constructies gaat ontwikkelen onder CE dan moet de organisatie voldoen aan de EN 1090. In deze norm worden eisen gesteld aan lasapparatuur. Deze moeten gevalideerd worden (op kwaliteit beoordeeld) en periodiek worden gekeurd volgens de NEN-EN-IEC 60974-4. In deze norm is de visuele inspectie en zijn de metingen inclusief de grenswaarden vastgelegd.
ToolSafety keurt lasapparatuur volgens de norm NEN3140. Dient uw lasapparatuur ook volgens NEN-EN-IEC 60974-4 gekeurd te zijn dan verzoeken wij u te wenden tot uw leverancier van lasapparatuur.
Valbeveiliging
Het keuren van valbeveiliging is niet vrijblijvend. De wetgever verplicht het keuren van valbeveiliging door de volgende regelgeving.
- NEN-EN 361/363/365:
Conform de Europese regelgeving NEN-EN 361/363/365 in combinatie met de EN 795/353-1/2 dient elke permanente valbeveiliging, afhankelijk van gebruik, minimaal 1 keer per jaar getest worden. - Conform de Arbowet:
Onder andere conform artikel 8.1 t/m 8.4 en Arbobesluit 3.16 is het wettelijk verplicht om medewerkers veilig te laten werken en het risico op vallen te minimaliseren.
Wanneer er gebruik gemaakt wordt van PBM ten behoeve van valbeveiliging (PBM-categorie 3) is door de Arbo gesteld dat ieder artikel:
- valt onder een bepaalde EN norm
- voorzien is van een CE-markering
- is vastgelegd in een conformiteitverklaring
- voorzien is van een technische gebruikshandleiding
- is geproduceerd onder een Europees erkend kwaliteitssysteem (ISO)
Stalen opslagsystemen
Uw stelling of systeemvloer is keuringsplichtig!
Voor sommige arbeidsmiddelen geldt naast een onderhoudsplicht ook een aanvullende keuringsverplichting. Dit is het geval:
– als de veiligheid afhangt van de manier van installeren (keuring na installatie)
– als gebruik of invloeden van buitenaf leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering (periodieke keuring)
Keuring na installatie
De keuring na installeren moet plaatsvinden voordat het arbeidsmiddel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen (art. 7.4a, eerste lid) en moet worden herhaald (art. 7.4a, tweede lid) als het arbeidsmiddel is gedemonteerd en/of op een andere plaats wordt geïnstalleerd. Bij de keuring wordt beoordeeld of het arbeidsmiddel op de goede manier is geïnstalleerd en of het veilig en goed functioneert in de arbeidssituatie.
Periodieke keuring
De keuring (art. 7.4a, derde lid) voor tijdige opsporing van slijtage, veroudering of verslechtering moet periodiek plaats te vinden. Met zo’n terugkerende keuring en de eventuele beproevingstest kan tevens worden nagegaan of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, zodat gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden. Deze keuringen dienen te worden uitgevoerd conform de geharmoniseerde Europese norm EN15635 .
- Ten eerste dient een stelling loodrecht te staan. De algemene vuistregel is dat de afwijking maximaal 1/200e (oftewel 5mm per m1) mag bedragen;
- Verder moet de stelling schadevrij zijn. Alle deuken, verdraaiingen etc. vallen o.a. onder bovenstaande vuistregel;
- Zorg ervoor dat de stelling compleet is. Veelal zorgt afwezigheid van schoren, minimaal 2 liggerparen of de originele borgpennen (2 per ligger!) voor afkeur.;
- Is de stelling nog niet verankerd? Dan dienen er twee fysieke ankers per staander te worden aangebracht;
- Heeft u gedacht aan aanrijdbeveiliging? Bij gebruik van een heftruck of reachtruck dient u de stelling te beschermen;
- De stelling moet voldoende diep zijn voor de gebruikte last en belading dient gelijkmatig te worden verdeeld over de niveaus. Komt aan de achterzijde (voet)verkeer langs? Dan moet er bijkomend doorvalbeveiliging worden toegepast!
- Wordt de stelling mechanisch beladen? Komt de last de 200kg per niveau en 1000kg per veld? Of is deze meer dan 2,5m hoog? In elk van deze gevallen is een belastingbord met merk-, type- en max. belastinginformatie van de stelling vereist.
Webshop en bestelling van artikelen
ToolSafety biedt betalingen aan via iDEAL, Bancontact, PayPal en overboeking (SEPA). Hiervoor wordt samengewerkt met betaalprovider Mollie.
Meestal staat uw betaling direct op onze bankrekening, echter is dit afhankelijk van uw bank en betaalkeuze. Indien uw bestelling haast heeft is iDEAL of Bancontact de snelste manier om te betalen. Indien u kiest voor overboeking duurt de verwerking van uw betaling langer.
Bij betaling via overboeking (SEPA) dient u de betaling uiterlijk binnen 14 dagen te voldoen op IBAN: NL68 KNAB 0259 4118 92 ten name van ToolSafety en onder vermelding van het betaalkenmerk op uw factuur. Na de bestelling ontvangt u de factuur per email.
Let op: nieuwe zakelijke klanten en particuliere klanten dienen de bestelling voorafgaand aan verzending over te maken!
Verzendkosten bedragen EUR 8,75. Bestellingen boven EUR 85,- excl. BTW worden gratis verzonden binnen Nederland en België.
Aanbiedingen zijn eenmalig te gebruiken per klant en niet geldig voor personalisaties, tenzij anders aangegeven.
Na ontvangst van betaling verwerken wij uw bestelling binnen één werkdag. Meestal wordt de verzending dezelfde of eerstvolgende werkdag verzonden. Levering geschiedt vrijwel altijd binnen 1-3 werkdagen na verzending, tenzij anders aangegeven.
ToolSafety werkt samen met verschillende leveranciers. Het is kan daarom voorvallen dat een of meerdere artikelen worden nagezonden. Op deze manier hoeft u niet lang op alle artikelen te wachten als er onverhoopt iets tijdelijk niet op voorraad is.
We doen er alles aan om een product volgens verwachting bij u af te leveren.
Mocht er onverhoopt toch een defect zijn of is het product niet naar wens dan dient u dat schriftelijk binnen 14 dagen aan ons te melden. Indien het product retour wordt genomen meldt ToolSafety schriftelijk de adresgegevens om de zending retour te sturen.
ToolSafety Algemeen
Jazeker! Wij voeren ook keuringen uit op eigen locatie (Valeton 16-G Zaltbommel). Bij kleine hoeveelheden gereedschap kan u onder het genot van een kop koffie wachten tijdens de keuring. Op die manier neemt u alle gereedschappen weer gekeurd mee. Als het om grotere hoeveelheden gaat dan kan u deze langs brengen en weer ophalen na keuring. Gelieve ons voor uw komst te bellen.
Kleine defecten zoals een kabelbreuk, defecte schakelaar, defecte koolborstels of het ontbreken van een doorvoerbuis zorgen ervoor dat uw gereedschap niet goedgekeurd kan worden. Toch zijn deze defecten niet altijd voldoende reden om het gereedschap af te schrijven. Daarom bieden wij voor dergelijke kleine defecten de mogelijkheid voor reparatie aan. Na reparatie wordt uw gereedschap alsnog gekeurd.
ToolSafety voert keuringen uit conform NEN, VCA, BMWT-Keur, CE, EN en REOB.
Voor sommige van haar diensten werkt ToolSafety samen met partners. Zij voeren tevens conform bovenstaande normen hun keuringen en of onderhoud uit. De keuze voor ToolSafety is een keuze voor vertrouwen!
Keuren van arbeidsmiddelen is een verplichte en jaarlijks terugkerende aangelegenheid. Bij ToolSafety weten we dit maar al te goed en doen we onze uiterste best om het ongemak en de kosten die ermee gepaard gaan zo laag mogelijk te houden.
Onze prijslijst is beschikbaar op aanvraag via info@toolsafety.nl
ToolSafety biedt ook een Partner Programma aan. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden.
Ja, wij verzorgen ook keuringen en inspecties in België.
Veruit de meeste keuringsnormen die worden gehanteerd zijn gebaseerd op een Europese norm (EN). Zo keuren wij bijvoorbeeld magazijnstellingen volgens de norm EN 15635.
Wat betreft elektrische arbeidsmiddelen wordt er gekeurd volgens de Nederlandse norm NEN 3140 terwijl in België de Europese norm EN 50110 wordt gehanteerd. Aangezien NEN3140 een (uitgebreide) variant is van EN 50110 – en de keuring gelijk loopt – wordt deze in België tevens geaccepteerd.
Uitzonderingen
Voor hijs- en hefmiddelen en voor valbeveiliging is in België per Koninklijk besluit opgenomen dat deze dienen te worden uitgevoerd door daarvoor aangestelde deskundigen, de zogenoemde EDTC’s (Externe Diensten voor Technische Controles op de werkplaats).
ToolSafety gebruikt apparatentesters van Nieaf-Smitt en Metrel.